“Ideeën verlaten hun bron niet”

“Ideeën verlaten hun bron niet.” (Eciw.T.26.VII.4.6.) .

En dan gaat de cursus verder met “En hun gevolgen lijken er alleen maar los van te staan”, ofwel de cursus constateert dat oorzaak en gevolg één is. Wat de cursus hierin aanreikt is zo essentieel om te gaan inzien, om dat van hieruit alle projectie voortvloeit;  dus dat wat ogenschijnlijk ‘buiten’ ons wordt gezien, het gevolg is van wat zich van binnen in je denkgeest bevindt en het ‘heeft zijn bron niet verlaten’ (Eciw.T.26.VII.4.6.)

Al ons lijden, gevoelens van schuld,  ‘oude pijn’ van wat ons ‘wordt aangedaan’ door de ander, de wereld, is het gevolg van wat zich in ons denken bevindt en wat we ogenschijnlijk via de ogen buiten ons zien en niet ‘zien’ dat dit geprojecteerde ideeën zijn die in ons denken, in ons geheugen liggen opgeslagen en beelden vormen, die we ‘buiten’ ons zien. Zolang we ons daarvan niet bewust zijn, denken we dat dit ons wordt aangedaan. Onze ogen ‘zien’ in de werkelijkheid niets, doch nemen slechts waar, wat we ‘buiten’ ons geprojecteerd ‘zien’.

De gehele cursus is rondom deze essentiële kwestie ‘opgebouwd’ om ons te leren te gaan inzien dat we ‘de wereld op z’n kop zien’.  Het vraagt van ons een geringe bereidwilligheid om te gaan luisteren naar de Heilige Geest en te leren om deze essentiële vergissing te gaan doorzien.

Hieronder wil ik thema verder uitwerken.

“De wetten van de waarneming.” (Eciw.T.26.VII.4)

Nog levend vanuit het ego-bewustzijn ‘kijken’ we naar een wereld van pijn, geweld, macht, slachtofferschap etc. en een ‘zoeken’ naar ‘verlossing’ die gebaseerd is op ‘vervulling’ of ‘geluk’ in een zoeken buiten jezelf.  

Zoals hierboven aangegeven, komt al ons lijden voort uit hoe we de wereld ‘zien’, ofwel vanuit onze projecties en zijn we ons niet bewust dat dit het gevolg is van onze innerlijke ‘beelden’ die we ‘buiten’ ons zien. De basis voor deze ‘misvatting’ is dat we ‘denken’ dat we een lichaam, dan wel deze persoonlijkheid zijn en afgescheiden zijn van God. In zijn meer rudimentaire vorm zou ik zeggen dat veel mensen ‘denken’ ‘autonoom’ te zijn, los van alles en iedereen en dat er geen God ‘bestaat’. In de trant van, je wordt geboren, zoekt je ‘geluk’ in de wereld en uiteindelijk ga je dood en dat is het ‘leven’.

Dan leef je in die wereld die gevormd wordt door de ‘wetten van de waarneming’, dat wat je ’ziet’  met de ogen en hoort met de oren van het lichaam en  wordt dit als ’de werkelijkheid’ beschouwd en al ons lijden dan wel ons  ‘geluk’ komt voort uit hoe wij die ‘wereld beleven’.

Je leeft dan vanuit een illusie, of feitelijk vanuit vele illusies, ooit wordt ‘ik gelukkig’, of krijg ik het voor elkaar, deze weg gaat gepaard met veel strijd en verlangens en een zoektocht, gepaard gaande met desillusies en ‘weer opnieuw beginnen’ en de wereld of de ander de schuld geven van het mislukken of falen van je zoeken.

Wat we moeten gaan doen om dit ‘patroon’  te doorbreken is dat we vergeving gaan toepassen, vergeving laat ons zien dat wat ‘ je dacht dat je broeder heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden. Hieronder ga ik dat toelichten

De omkering.

Geheel ons bestaan op de Aarde heeft als functie om ons bewust te laten worden van al onze vergissingen, waarvan de meest basale vergissing is dat we afgescheiden zijn van God, dan wel van Liefde.

De Aarde is geschapen  om te leren wat onvoorwaardelijke Liefde is en dat we daar altijd mee verbonden zijn, het vraagt van ons om alle pijn, lijden, die het gevolg zijn van onze verkeerd gerichte gedachtes te gaan doorzien en te gaan ontdekken dat die het gevolg zijn van onze foutieve interpretatie van de ‘werkelijkheid’. Onze incarnatie op Aarde wordt vanuit de Ziel geïnitieerd  om oude nog niet geheelde pijn, oordelen en zelfveroordelingen uit vorige levens, te gaan helen, ofwel te gaan vergeven.

Al ons ‘zoeken’, streven, verlangen, is uiteindelijk een heilloze weg, het vraagt van je dat je een deel van jezelf ‘wegcijfert’ of dat je in je relatie met een partner, steeds weer geconfronteerd wordt dat al je behoeftes aan erkenning in strijd of conflicten ontaardt en er in plaats van erkenning er een crisis ontstaat.

In plaats hiervan vraagt het van je dat je ‘naar binnen’ gaat om te gaan luisteren naar je Innerlijke Stem en dit vraagt slechts een ‘geringe bereidwilligheid’. Alvorens je dit doet, behoef je niet al die emoties en angsten ‘op te lossen’, want vergeving laat ons zien dat deze al zijn opgelost, het heeft niet plaatsgevonden. Op het niveau van het aardse bestaan vindt het wel plaats om ons tot dit Inzicht te geleiden en te laten zien waarin we nog niet geheelde oude pijn uitleven.

De radicaliteit van de cursus.

De cursus reikt ons een visie aan die radicaal verschilt van hoe we vanuit onze persoonlijkheid naar ons leven ‘kijken’. In feite zegt de cursus, leven we vanuit een droom, een illusoire wereld, een wereld van de vorm, waarin het lichaam als leer- en communicatiemiddel dient en het gehele  spectrum waarin we ons in bevinden, de tijdsfase, het land en de familie waaruit we geboren worden en al de mensen om ons heen, dat dit geheel ons dient om ons bewust te worden van nog niet doorziene vergissingen. Er is geen toeval, alles is vanuit de geestelijke wereld optimaal ‘geregeld’. We zijn geen lichaam, maar louter Geest. De cursus omschrijft dit prachtig in werkboekles 97 “Geest ben ik, een heilige Zoon van God, vrij van alle beperking, veilig, genezen en heel, vrij te vergeven, en vrij te wereld te verlossen.” (Eciw.W.I.97.7.).

En onze weg hier op Aarde brengt ons, als we daartoe bereid zijn, Thuis van nooit weggeweest.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *