De metaforische betekenis van de kruisiging en de opstanding.
Jezus is aan het kruis gestorven en na drie dagen weer opgestaan uit het graf, dat is in een korte zin een gebeurtenis die een gigantische impact heeft gehad op de gehele Schepping.
Zo een tweeduizend jaar later is er uit deze gebeurtenis een wereldreligie ontstaan, die de kruisiging van Jezus ziet dat Hij voor onze zonden is gestorven om ons van onze zonden te verlossen. Nog steeds wordt dit geloof op grote schaal beleden en zien we overal Jezus aan het kruis als symbool van dit geloof.
Deze misinterpretatie van de kruisiging wordt door Jezus in de cursus belicht. Wat Hij met de kruisiging heeft (willen) onderwijzen is dat Hij Zichzelf niet als lichaam ziet. Hij was zich volkomen bewust van Wie Hij in de Werkelijkheid was. Zoon van God, louter Liefde. En dat wij dat allemaal zijn, geen lichaam, maar louter Geest. Zolang wij ons nog met ons lichaam identificeren, ‘kruisigen’ wij onszelf, ofwel verkeren we in het lijden.
Hij noemt de kruisiging een “extreem voorbeeld, meer niet” “een leermiddel dat verkeerd kan worden begrepen en dat is ze ook, echter dat komt alleen, doordat wie angstig is, geneigd is angstig waar te nemen” (Eciw.T.6.1.2.4.).
Lees verder