Een offer wordt er niet van u gevraagd.
Dit is een centraal thema in Een cursus in wonderen, voor
ons als persoonlijkheden is dat moeilijk te bevatten, waar heeft de cursus het
over, zegt de persoonlijkheid, want in de menselijke wereld ‘krijg je niets
voor niets’.
Wat geeft de cursus dan aan; in feite zegt de cursus, zolang
je je identificeert met je lichaam, c.q. je ego-identiteit ben je gericht op de
‘buitenwereld’ en op je lichamelijke verlangens om daar iets uit te verkrijgen
om je ‘gelukkig’ te worden. Veelal heeft dit te maken met lichamelijke
genoegens, lekker eten, genotzucht, macht, geld, erkenning, gezien willen worden,
een ‘liefdevolle relatie’ die jou gelukkig maakt etc.,
Zolang we in de aardse sfeer verblijven, is dit verlangen
gaande en aan de andere kant is het voor het ‘onderhoud’ van ons fysieke
systeem noodzakelijk dat we genoeg voedsel
tot ons nemen en dat we een redelijk onderkomen hebben als huisvesting.
Echter waar de cursus op doelt is dat we ons geluk niet
afhankelijk moeten stellen van zaken van ‘buitenaf’. Uiteindelijk maakt niets
in de wereld van de vorm ons gelukkig, want Geluk, dan wel Liefde is dat wat je
in Wezen bent. Je bent niet het lichaam, dan wel de ego-persoonlijkheid en
alles wat we met de ogen van het lichaam ‘buiten’ ons zien is een illusie, een
droomwereld voortkomend uit projectie van innerlijke beelden. We zien de wereld
‘op z’n kop’.
Hieronder wil ik dit thema verder uitwerken.
Waar of onwaar.
Het belangrijkste issue of ‘knelpunt’ in bovenstaand betoog
is de identificatie met het lichaam, zolang we denken een lichaam, dan wel een
ego-persoonlijkheid te zijn, vergissen we ons. In feite zegt de cursus dat het
lichaam geen betekenis heeft, het werd niet geschapen, doch gemaakt en heeft
een tijdelijke leer- en communicatiefunctie tijdens onze leerweg hier op Aarde.
In die zin is het optimaal en als het zijn functie heeft vervuld, wordt het
‘afgedaan’ en vervalt tot stof.
Dit ‘doorzien’ ofwel dit Inzicht, dat je geen lichaam bent,
maar louter Geest, in eenheid verbonden met alles wat Is, is het centrale
leerthema in onze ontwikkelingsweg hier op Aarde en vraagt van je dat je bereid
‘moet’ zijn om alle ideeën over ‘gelukkig’ te worden van ‘buitenaf’ op te geven
en te doorzien dat Geluk, dan wel Liefde , een innerlijke gesteldheid IS.
Dit item wordt zo prachtig verwoord in werkboekles 189;
“Doe eenvoudig dit:
wees stil en leg alle gedachten terzijde over wat jij bent en wat God is, alle
ideeën die je hebt geleerd ten aanzien van de wereld, alle beelden die je hebt
van jezelf. Maak je denkgeest leeg van alles waarvan hij denkt dat het waar of
onwaar, goed of slecht is, van iedere gedachte die hij waardevol acht en van
alle ideeën waarvoor hij zich schaamt. Houdt vast aan niets. Breng geen enkele
gedachte met je mee die het verleden je heeft geleerd, en geen enkele
overtuiging die je vroeger aan wat ook hebt
ontleend. Vergeet deze wereld, vergeet deze
cursus, en kom met volkomen lege handen tot jouw God” (Eciw.W.189.7.1-5).
Cursief FK.
Als je dit leest en tot je door laat dringen, wordt je van
Zelf stil, alles valt Stil. Er hoeft niets meer te ‘gebeuren’. Vrede, vreugde
overstelpt je. Je komt Thuis in je Zelf, in deze stille kwaliteit van Vrede en
Gelukzaligheid.
Een offer wordt er niet gevraagd.
Met het opgeven van al je aardse verlangens, oordelen,
misinterpretaties, kom je terug bij je Ware Zelf, Zoon van God, Liefde en dan
voel je en zie je dat je in de werkelijkheid Niets hebt opgegeven, want daar
waar jij waarde aan hechtte is in feite een illusie. Een waanidee, die zodra je
het hebt verworven, een angst teweeg brengt voor verlies of een behoefte tot
het verkrijgen van ‘meer’ of pijn met zich meebrengt van ‘verlies’., of gevoelens van schuld.
Jezus heeft met de kruisiging, dit thema op zo’n onnavolgbare wijze laten zien dat het lichaam
geen betekenis heeft. Hij benadrukt steeds in de cursus om niet de kruisiging
als voorbeeld te volgen, maar de Opstanding, zolang je je nog identificeert met
het lichaam, hang je aan het kruis.
In de traditionele religies wordt gesteld dat Jezus voor onze ‘zonden’ is gestorven en Hij dit offer voor ons heeft gebracht en
dat is wat Hij zo nadrukkelijk in de cursus weerspreekt.
Deze ‘omslag’ in ons denken, is het belangrijkste item in
onze leerweg en ik wil dit artikel ook met dit werkboekles afsluiten , die het
zo kernachtig verwoord;
“Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.
Want ik blijf wat ik
ben, zo schiep God mij,”(Eciw.W.203.).