Zelfveroordeling als leermiddel

Uit mijn vorige tekst bleek dat het ego wordt aangedreven én in stand gehouden door een mechanisme van aanval en oordeel. Stel je daarbij een trein voor, die razendsnel rondjes rijdt op een gesloten circuit. Van de vertreklocatie Afscheiding zoeven we via de stations Kwetsbaarheid en Projectie naar de bestemming Woede en Aanval, waarna we via Schuld en Angst telkens terugkeren naar het beginpunt, waar dezelfde reis opnieuw begint. Dit mechanisme kan ons vele levens lang in een vicieuze cirkel gevangen houden, totdat we bereid zijn een stap terug te doen, ons naar binnen te richten en te luisteren naar onze Innerlijke Stem, of de Heilige Geest. Op dat moment kan een correctie plaatsvinden, wordt de herhaling doorbroken en keren we terug naar onze feitelijke werkelijkheid van Onschuld, Liefde en Vrede. Dát is vergeving.

In deze tekst zal ik het begrip Zelfveroordeling verder toelichten, zodat we gaan zien dat het geen vergissing is, dat het zelfs een belangrijke functie heeft als leer- en hulpmiddel om tot een juiste gerichtheid van denken en waarneming te komen. Ik verwijs daarbij naar het doorgegeven boek ‘Jij bent God’, van Gabriela Gaastra-Levin

Dieper de dualiteit in

In het hoofdstuk ‘Zelfveroordeling als basis in je vorming tot individueel mens’ – dat geheel gewijd is aan de functie van zelfveroordeling – lezen we hoe we als mens na onze geboorte op aarde een proces doorlopen dat ons geleidelijk verbindt met de dimensie van de dualiteit: de wereld van goed en kwaad, of donker en licht. Naarmate we verder afdalen, dieper de afscheiding in, en ons steeds sterker vereenzelvigen met onze persoonlijkheid, verliezen we het besef van het Goddelijk Wezen dat we werkelijk zijn.

Frustratie activeert zelfveroordeling

Dit proces begint na onze geboorte en vindt zijn diepste uitwerking rond de kleutertijd. Vaak krijgen we te maken met een frustrerende gebeurtenis, of meerdere gebeurtenissen, waardoor we het gevoel krijgen dat we niet deugen, niet leuk genoeg zijn of dat er geen ruimte voor ons is. We hebben het gevoel dat onze moeder of vader ons iets niet geeft wat we wel nodig hebben. Wanneer onze ouders onze behoeften en verlangens niet vervullen of serieus nemen, doet dat iets met ons zelfgevoel, krijgen we het gevoel dat we ‘er niet mogen zijn’. Sommigen van ons voelden zich afgewezen toen ze iets deden wat van hun moeder niet mocht, anderen werden opgenomen in een ziekenhuis en voelden zich daar alleen en in de steek gelaten, en weer andere kinderen kregen een fysieke tik, of meerdere tikken. Vaak zien we de ‘plaatjes’ zó weer voor ons als we eraan denken, en voelen we weer de pijn die hier het gevolg van was of is.

Zelfveroordeling als een ‘heilig moment’

Hoewel iedereen deze frustratie heeft moeten doormaken, is de manier waaróp elk van ons zichzelf veroordeeld heeft, uitermate persoonlijk. Dat is niet toevallig, want we namen die zelfveroordeling mee uit een vorig leven. Ze werden door de ouders die we kozen eenvoudigweg geactiveerd. Het boek ‘Jij bent God’ noemt dat moment van heractivatie een heilig moment, en heeft het over “een hernieuwde activatie van de mens in het dualistisch leven op Aarde” (Jij bent God, sectie C, p.103).

Op het moment dat we een frustrerende gebeurtenis meemaken in onze jeugd, doen we als kind allemaal hetzelfde. We denken nooit ‘ik dóe iets fout,’ maar we keuren onszelf meteen integraal af met de gedachte ‘ik bén fout’. “Kennelijk is er iets fout met mij, als mama nooit tijd voor mij heeft”. Of “kennelijk ben ik niet belangrijk, als papa nooit thuis is”. Wat we volgens het boek ‘Jij bent God’ daarmee eigenlijk afkeuren, is het vrouwelijke aspect van onze Goddelijkheid, het gevoel dat we ‘er mogen zijn’. Waarom zouden we dat toch doen? Omdat het kind in ons daarmee grip denkt te kunnen krijgen op de situatie. Want als we schijnbaar fout zijn, dan kunnen we daar iets aan doen. En zo komt het dat we sterk gaan overcompenseren, dat we heel hard ons best gaan doen, dat we perfect willen zijn en geen fouten meer mogen maken. We willen het oplossen vanuit onze ego-persoonlijkheid en zien niet in dat dat niet werkt. Later in ons leven blijkt vaak dat het gaat om een hardnekkig proces, want ons eigen bestaansrecht is gekoppeld aan de slachtofferrol die we als kind op ons namen. We ‘zijn iemand’ door ons lijden, en vragen ons af wie we eigenlijk zouden zijn zónder dat wat ons aangedaan is. Dan speelt de vraag of we dit wel op willen geven.

We veroordelen onszelf tot we kiezen voor vergeving

Met de veroordeling van onszelf verliezen we het contact met onze Goddelijkheid. We verliezen het gevoel dat we Liefde zijn, en vergeten dat we in Eenheid met elkaar verbonden zijn. Dat is een noodzakelijk en natuurlijk onderdeel van onze weg op Aarde. We moesten onszelf als afgescheiden individu gaan zien om ons te kunnen verbinden met de materiele dimensie. We moesten de vergissing in, zodat we via pijn en alle bijbehorende emoties en uitdagingen uiteindelijk zouden terugkeren naar ons innerlijk

De dualiteit is een leerweg om tot inzicht te komen

We spelen hier dus een Goddelijk Spel, waarbij we ervoor kiezen te vergeten wie we zijn. Om tot het inzicht te komen dat we Liefde zijn, hebben we een ervaring nodig van het tegendeel van Liefde. Het is de heilige omweg door de angst die ons uiteindelijk het besef geeft dat we onze Bron nooit verlaten hebben. We leren onderscheiden wat nu werkelijk waardevol is en wat niet en gaan inzien dat niemand hier ooit fout is geweest; we hebben ons alleen maar vergist. Zoals Een Cursus in Wonderen zegt: ‘Vergeving is inzien dat wat jij dacht dat de ander jou heeft aangedaan niet heeft plaatsgevonden. Wat ze niet doet, is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk maken. Ze ziet dat er geen zonde (afscheiding, red.) is geweest. En in die zienswijze zijn al je zonden vergeven’ (ECIW, W.II.1.403). We bevrijden onszelf wanneer we de verantwoordelijkheid nemen voor onze eigen keuze om onze schaduwkant uit te leven, en voor de manier waarop wij ons slachtofferschap hebben vormgegeven. Dat vraagt compassie en onvoorwaardelijke liefde voor onszelf én voor onze medemensen, die dit samen met ons hebben neergezet. Dat is vergeving.

Als je een goed contact wilt maken met je eigen zelfveroordeling kun je onderstaande oefening uit het boek ‘Jij bent God’ doen. Eerst alleen, en daarna eventueel met een ander in de groep. Het kan ook behulpzaam zijn het gehele hoofdstuk ‘Zelfveroordeling speelt sleutelrol in je vorming tot individueel mens’ te lezen  (Jij bent God, sectie C., p.101-108).

Oefening: In contact met je zelf-veroordeling

  • Neem een moment om te voelen of en hoe je je jezelf veroordeelt

Voel en word je bewust van de woorden waarmee je dit doet

  • Besef dat je zelfveroordeling altijd aan je ‘Zijn’ gerelateerd is. De woorden beginnen steeds met ‘Ik ben…’
  • Word je bewust onder welke omstandigheden je deze woorden tegen jezelf zegt. Bijvoorbeeld als je een fout maakt of je miskend voelt
  • Ga met je gevoel terug naar het moment waarop je jezelf voor het eerst zo hebt gevoeld
  • Word je bewust van de omstandigheden en de mensen die daar toen bij betrokken waren
  • Voel of je de beslissing hebt genomen om deze zelfveroordeling te compenseren om deze te verbergen
  • Word je bewust van alles wat je gedaan hebt om dit te compenseren en verbergen voor elkaar te krijgen
  • Voel of het gelukt is
  • Voel of het je wat gekost heeft
  • Voel of je bereid bent om wat je in jezelf veroordeelt in je hart te omarmen
  • Schrijf je bevindingen op

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *