Niemand die de ervaringsweg op Aarde gaat, kan ontkomen aan processen die te maken hebben met macht en afhankelijkheid. Als we goed naar onszelf kijken, moeten we erkennen dat we ons zelden vrij voelen. Vanaf het moment dat we ons identificeren met onze persoonlijkheid gaan we handelen vanuit de behoefte aan macht of controle, en komen we in afhankelijkheidsrelaties terecht. Hoewel deze relaties feitelijk altijd gepaard gaan met pijn en emotionele spanningen, zijn ze niet te voorkomen. Ze hebben zelfs een zekere noodzaak, en vormen een voorwaarde voor ons bewustwordingsproces, waarin we – stap voor stap – gaan zien dat we niet alleen altijd vrij en autonoom zijn, maar ook totaal in verbinding met alles wat er is. We gaan uiteindelijk zien dat we nooit onze Bron – God, Liefde – verlaten hebben. Om ons te kunnen her-inneren dat we altijd vrij en in verbinding zijn met Liefde, gingen we door de poort der vergetelheid – en de zogenaamde afscheiding – waarna er een reis begon waarvan de terugkeer vaststond. Zo dragen wij allemaal op unieke wijze bij aan de uitbreiding van de Schepping. Onderstaand wil ik dieper ingaan op dit proces en beschrijven welke elementen daar aan te pas komen.
Afscheiding en vergetelheid
In ons incarnatieproces op Aarde duiken we diep de aardse materie in, en verbinden ons met een lichaam en een persoonlijkheid. We worden geboren in een familie, met ouders – in een specifiek land met een bepaalde cultuur. Deze uitgangsposities zijn niet willekeurig of toevallig; ze maken onderdeel uit van een optimaal plan dat voorafgaand aan onze geboorte op zielsniveau is vastgelegd. Optimaal, omdat het precies dié aardse condities biedt die we nodig hebben om op zielsniveau tot een bepaald inzicht te geraken. We komen hier niet als Tabula Rasa – een onbeschreven blad, maar met een rugzakje dat leerervaringen uit vorige levens bevat, die we hebben meegenomen om tot evenwicht te brengen. Je zou dat karma kunnen noemen, maar ik zeg liever dat je met de intentie komt bepaalde leerthema’s uit te werken en levenskwesties die nog niet voldoende doorleefd zijn verder te doorvoelen. Vaak gaat het om kwesties die voortkomen uit angst, die het gevolg zijn van oordelen over – en daarmee een gebrek aan liefde voor – jezelf of een ander. Ik zou het ook een gebrek aan Bewustzijn kunnen noemen.
Uiteindelijk gaan we zien dat elk van ons een uniek aspect van de Goddelijke Liefde is en tegelijkertijd verbonden met het mens-zijn op Aarde. We zijn God en mens in-Een, de Schepper en het Geschapene ineen, verbonden met een derde aspect, namelijk het Christus-Bewustzijn, dat deze (ogenschijnlijke) twee aspecten tegelijkertijd beleeft, doorleeft en als Eenheid ervaart.
De omweg door de angst
Feitelijk is er Niets aan de hand. Hoewel het er alle schijn van heeft dat we door een proces gaan dat gekenmerkt wordt door angst en schuld gaan we uiteindelijk zien dat er nooit iets anders is geweest dan Liefde. Omdat Liefde geen tegendeel heeft – het is letterlijk alles wat er is – hebben we besloten een Goddelijk Spel te spelen waarbij we vergaten dat we Liefde waren, zodat we via de ervaring van het tegendeel angst een doorvoelde beleving van Liefde konden krijgen. We maakten een diepe duik in de aardse materie, en wisten dat we daarbij geconfronteerd zouden worden met concepten als ‘goed en kwaad’, met een scala aan vormen en manifestaties, met emoties, spanningen, angsten, geweld en gevoelens van schaarste, afwijzing en tekort. Om dit Spel optimaal te maken, hebben we deze aardse wereld gecreëerd, die we bewonen met een lichaam en een persoonlijkheid, waarmee we denken samen te vallen. We zeggen ‘Ik ben Frans’, en geloven dat ook. We identificeren ons met ons denken en de daaraan gekoppelde emoties en oude overtuigingen, allemaal gebaseerd op overlevingsstrategieën die we vanuit onze kindertijd hebben meegenomen. Er blijft echter altijd nog een lichtvonk van de verbinding met de Bron – met God in jou – aanwezig. Dit is onze innerlijke stem, of zoals Een Cursus in Wonderen het noemt: de Heilige Geest.
De noodzaak van het ego-proces
Tegen de tijd dat we twee of drie jaar oud zijn, zijn we niet alleen het contact met de geestelijke wereld waaruit onze Ziel voortkomt verloren, maar ook volledig geïdentificeerd met onze persoonlijkheid. Op dat moment zijn de basisovertuigingen die we in deze incarnatie wilden uitwerken manifest gemaakt door de omstandigheden en confrontaties met onze ouders. Hun reacties op ons gedrag raken en activeren de oude pijn die we hebben meegebracht. Zo ontstaan onze basisovertuigingen en bijbehorende overlevingsstrategie. Omdat we fysiek en emotioneel afhankelijk van onze ouders zijn, kunnen we op dat moment geen enkele andere keuze maken. De identificatie met onze ego-persoonlijkheid is zelfs noodzakelijk voor ons leerproces. Zelftwijfel – of zelfveroordeling – blijken optimale leervoorwaarden voor onze spirituele bewustwording.
Vrijwel elke overlevingsstrategie is gebaseerd op een basisovertuiging die zegt ‘ik ben niet goed genoeg, en om te overleven moet ik zorgen dat ik liefde van anderen krijg’. Zo leren we ons best te doen, aandacht of liefde af te dwingen of ons terug te trekken – welke strategie dan ook het beste resultaat geeft (of de meeste aandacht en liefde genereert). Om blijvende liefde van buitenaf te verkrijgen, zullen we als ego-persoonlijkheid wel alert moeten zijn. We vragen ons steeds af hoe we die ‘liefdesbron’ buiten onszelf kunnen blijven activeren. Zodra we daarmee stoppen, komen we in een leegte terecht en voelen we ons fundamenteel onveilig. Overlevingsstrategieën gaan dan ook gepaard met een innerlijke strijd, het gevoel dat we zonder liefde van buitenaf dood gaan. Vanuit deze fundamentele angst zijn we bereid alles te doen om liefde van buitenaf zeker te stellen.
Macht en afhankelijkheidsrelaties
Hoewel onze basisstrategie er aan de buitenkant uit kan zien als uitermate lieflijk (we doen aardig, cijferen onszelf weg en hebben alles voor de ander over) of zelfstandig (we trekken onszelf terug, zijn dwingend manipulerend, intimiderend of gebruiken zelfs geweld), broeit daaronder een diepe laag van woede, schuld en zelfhaat, die we vanuit strategisch oogpunt niet kunnen laten zien. Soms laten we de woede ook wél zien, waarbij we de ander beschuldigen van tekortschieten, van het onthouden van liefde aan ons. De opgebouwde kinderpatronen die letterlijk voortkomen uit overlevingsdrang internaliseren zich in ons gedrag en zetten zich vast. We geloven dat deze overtuigingen wáár zijn en projecteren ze steeds op nieuwe personen die we in ons leven ontmoeten. We krijgen dan ook steeds dezelfde ervaring, en gaan in steeds sterkere mate geloven dat we niet goed genoeg zijn. De herhaling verstevigt het patroon.
Uiteindelijk kan dit proces ertoe leiden dat we in een persoonlijke crisis terecht komen, waarbij we niet langer om de innerlijke leegte heen kunnen die we steeds hebben willen vermijden door deze op te vullen met de gemanipuleerde ‘liefde’ van buitenaf. We gaan dan zien dat we in een scala aan machtspellen en afhankelijkheidsrelaties terecht gekomen zijn, waarbij we het totaal zijn verleerd trouw te zijn aan onszelf. We kunnen dan zien dat we het contact met onze innerlijke gevoelsbeleving vanuit ons Hart zijn verloren en dat we onze innerlijke vrijheid hebben opgegeven uit angst om alleen te komen te staan en de ‘liefde’ te verliezen. We zijn verdwaald en gevangen in onszelf, en weten niet dat we opnieuw kunnen kiezen.
In deze crisis voelen we echter dat we geen kant meer op kunnen. We zijn zo moe of uit het veld geslagen dat we diep in onszelf de bereidheid vinden om naar die lang weggestopte innerlijke stem te gaan luisteren. De stem die ons al langer aanspoort een andere keuze te maken, om naar binnen te gaan, stil te worden en te gaan luisteren. Als het eenmaal zover is, zijn we eindelijk bereid ‘het niet meer te weten’, met onze ego-persoonlijkheid uit de weg te gaan en ons over te geven aan het Innerlijk Weten. In eerste instantie is deze stap erg ongewis, en gaat gepaard met steeds opnieuw terugvallen en opnieuw beginnen. Naarmate we echter doorgaan met innerlijk luisteren zullen we steeds vaker een gevoel van vrede ervaren.
Vanuit onmacht naar innerlijke kracht en vrijheid
We gaan beseffen dat we onszelf hebben weggegeven en onmachtig hebben gemaakt. We zien dat onze verwoede pogingen om liefde van buitenaf te verkijgen niet werken. Vanuit die innerlijke leegte – aangedreven door de intentie om te blijven luisteren naar onze Innerlijke Stem – ervaren we steeds vaker een gevoel van vervulling. Feitelijk is dit het kernthema van Een Cursus in Wonderen, waarin de ontwikkeling die we doormaken uitgebreid wordt beschreven als de verschuiving van speciale relaties naar Heilige Relaties (ECIW.T.17. ”Vergeving en de Heilige Relatie”).
“Het verraad van Gods Zoon ligt alleen in illusies, en al zijn ‘zonden’ beeldt hij zichzelf slechts in. Zijn werkelijkheid is eeuwig zonder zonde. Hij dient niet te vergeven, maar gewekt te worden. In zijn dromen heeft hij zichzelf, zijn broeders en God verraden. Maar wat in dromen is gedaan, is niet werkelijk gedaan” (ECIW.T.I.1-5) – is daar bijvoorbeeld te lezen. En zo is het: het gaat erom wakker te worden, te ontwaken en bewust te worden. “Pas door te ontwaken word je er ten volle van bevrijd, want dan pas wordt het volmaakt duidelijk dat ze niet het minste effect op de werkelijkheid hebben gehad, en deze niet hebben veranderd” (ECIW.T.17.I.7).
Wat een hoopvolle reis gaan we hier op Aarde. Het is aan onszelf te besluiten wanneer we wakker worden – door verantwoordelijkheid te nemen voor de interpretaties van de werkelijkheid en deze lijnen terug te voeren naar oude beelden uit onze jeugd en wellicht van nog verder weg. Zodra we deze opgeven, gaan we zien dat we daarmee Niets verliezen, maar juist thuis komen in ons Zelf. We worden wakker uit een nare droom, die nooit werkelijk was: we zijn nooit weggeweest en waren altijd al Gods Zoon – Liefde – maar de zogenaamde omweg door de angst heeft ons dat Inzicht gegeven.