Inleiding
In mijn voorgaande column heb ik mijn levensproces beschreven, waarin ik moest gaan zien hoe ik door een intensief ontwaking-en bewustwordingsproces ben heen gegaan, gepaard gaande met het moeten doorzien van allerlei angsten en illusies die daarmede samenhingen.
Uiteindelijk moest ik gaan zien dat al mijn ego-streven zinloos was en dat ik mocht gaan voelen en constateren dat het Niets geworden is. Niets en Alles en dat dit het grootste Geschenk is wat ik mocht ontvangen.
Dit proces is gepaard gegaan door middel van een diepe intentie tot overgave en een bereidheid in mij om dit proces aan te gaan. Ik was bereid om het anders te gaan zien.
Als een soort vervolg op het beschrijven van dit proces, wil ik hieronder gaan beschrijven welke elementen er vanuit Een Cursus in wonderen kunnen worden aangereikt, waarin een dergelijk bewustwordingsproces te vatten is.
In Een cursus in wonderen wordt er regelmatig gezegd dat er van jou slechts een geringe bereidheid wordt gevraagd om het anders te gaan zien, oftewel te luisteren naar de Heilige Geest, en dat je dan in plaats van angst of verschrikking, een Geschenk ontvangt. Het geschenk is een ander woord voor dat je een wonder ontvangt en de wereld van angst verandert ziet in een oord van vreugde.
Het gaat om de essentie waar we voor staan om tot Bewustwording te komen. Het vraagt om een houding van loslaten en niet meer zelf willen weten. Het vraagt om een houding van door je angst heen durven gaan en van moedig en mild te zijn. Het lijkt ingewikkeld en is in wezen eenvoudig. Het gaat om een fundamentele innerlijke, schuldloze en zuivere houding die we mogen gaan verwerven.
Het Heilig Ogenblik
Als we vanuit het ego leven, zitten we steeds in een spagaat tussen het verleden en de toekomst. We leven vanuit een met schuld beladen verleden en kijken steeds vandaar uit met angstige ogen naar een toekomst. We zijn bezorgd over onze toekomst of hopen dat het uiteindelijk wel ‘goed’ komt
Vanuit de cursus wordt daar op een radicaal andere manier naar gekeken, daarin wordt gezegd dat er slecht sprake is van een Nu. Er is geen toekomst en het verleden is nooit geweest.
Het begrip dat er daarin door de cursus wordt aangereikt is het Heilig Ogenblik.
De cursus zegt daar het volgende over;
” De Heilige Geest wil dit alles nu ongedaan maken. Angst hoort niet bij het heden, maar alleen bij het verleden en de toekomst die niet bestaan. Er is geen angst in het heden, wanneer elk ogenblik helder en los van het verleden staat en zijn schaduw zich niet tot in de toekomst uitstrekt. Elk ogenblik is een zuivere, smetteloze geboorte waarin Gods Zoon uit het verleden oprijst in het heden. En het heden breidt zich voor eeuwig uit. Het is zo mooi en zuiver en zo vrij van schuld dat er niets dan geluk bestaat. Er is geen herinnering aan duisternis en onsterfelijkheid en vreugde zijn er nú.” (ECIW.T.15.I.8.2-7)
Wat een prachtig poëtisch beeld wordt hier geschetst “Elk ogenblik is een zuivere, smetteloze geboorte waarin Gods Zoon uit het verleden oprijst in het heden” . Het leven wordt hierin gezien als een constante creatie van een schuldeloze geboorte van Gods Zoon. Niet omdat we dat willen, maar omdat dit onze Werkelijkheid is.
Zo is dat, we leven dus altijd in het Nu, maar het ego is het daar beslist niet mee eens. Maar is het daarom minder waar. In allerlei spirituele leringen wordt dit Leven vanuit het Nu als essentie aangereikt. De spiritueel leraar Eckhart Tolle heeft er zijn levenswerk van gemaakt, wat hij heeft verwoord in zijn boek ‘De Kracht van het Nu’.
En waarom hebben we daar dan zo een moeite mee. Het lijkt wel of we voor een onmogelijke opgave staan. Dat er iets van ons gevraagd wordt, wat erg veel moeite kost. In feite kan het ego zich ook geen voorstelling maken van het Nu, want die zit altijd gevangen in die tweespalt tussen het verleden en de toekomst en de emoties van angst en schuld wat daaraan verbonden is.
Dat wat de cursus bedoelt, gaat ook niet over iets wat je moet gaan bereiken of waar je je best voor moet doen om dat te bewerkstelligen. Juist verre van dat, het is niet iets wat je moet verwerven, want dat wat je Bent is altijd in het Nu en het gaat om het loslaten van iets te willen bereiken. Het gaat niet om iets doen, maar feitelijk om niets doen. Het gaat om
“Een beetje bereidwilligheid” (ECIW T.18.IV.)
Wat er in feite van ons gevraagd wordt is een ‘beetje bereidwilligheid’, meer niet. Je moet het woord proeven – een beetje bereidwilligheid– Wat er van ons gevraagd wordt is dat we onze zogenaamde ‘eigen wil’ loslaten en hier ligt voor het ego de grote moeilijkheid. Er wordt van je gevraagd om dat wat jij vindt op te geven en in te willen ruilen voor een visie die vanuit je innerlijk wordt aangereikt, vanuit de Heilige Geest. Dit vraagt een zekere innerlijke houding die ervan uitgaat dat jij niet weet wat de Waarheid is en dat jij dit wil overgeven aan de Heilige Geest in jou.
De cursus zegt daar het volgende over; “Het heilig ogenblik is het resultaat van jouw vastberadenheid heilig te zijn. Het is het antwoord.” Het verlangen en de bereidwilligheid om het te laten komen gaan zijn komst vooraf (arcering FK) Je bereidt er je denkgeest slecht in zoverre op voor dat je erkent dat je niets liever wilt. Het is niet nodig dat je meer doet; sterker nog, het is noodzakelijk dat je beseft dat je niet meer kunt doen.”(ECIW T.18.IV.1.1-5).
In deze laatste, door mij onderstreepte zinsnede, staat precies waar het ego mee worstelt, want die heeft eveneens een plan om zich te verlossen van het lijden en ziet het ook als een opgave om dit voor elkaar te krijgen. Waar het over gaat is dat we er mee kunnen zijn dat we het niet in de hand hebben en het besef dat we het leven ook nooit in de hand kunnen hebben omdat we niet weten wat Waarheid is als we vanuit ons ego in het leven staan.
Tegelijkertijd.
Het gaat om het inzicht dat we gelijktijdig vanuit de opgesplitste denkgeest zien dat we verbonden zijn met de ego-persoonlijkheid, met het lichaam en zijn emoties en verlangens en het angstige ego-denken in deze menselijke wereld en tegelijkertijd is er daar die Stille Oproep vanuit ons Hart waar we naar kunnen luisteren. Er is geen dwang, geen moeten aan verbonden, er is een oproep, een Stille Fluistering en ben je bereid te luisteren. Waar kies je voor, te luisteren naar de ego-stem of naar de Stille Stem van de Heilige Geest. De Stem van je Ware Zelf.
Er wordt van ons een ‘beetje bereidwilligheid’ gevraagd, niet meer en niet minder en meer kunnen we ook niet doen, omdat we anders de Heilige Geest ‘voor de voeten lopen’ en Zijn taak denken over te moeten nemen omdat we denken dat dit ‘beetje’ niet genoeg is.
Vanuit de cursus wordt het volgende ervoor aangereikt; “Vertrouw niet op je goede voornemens. Die zijn niet genoeg. Maar vertrouw onvoorwaardelijk op je bereidwilligheid, wat zich verder ook mag aandienen. Concentreer je alleen hierop, en wees er niet verstoord over dat schaduwen haar omringen. Daarom juist ben je gekomen. Als jij zonder ze kon komen, zou je het heilig ogenblik niet nodig hebben”. (ECIW.T.IV.2.1-5).
Hoe verlossend is deze gedachte, we hoeven dus niets op te lossen, alles mag er zijn, al onze emoties, angsten, ‘schaduwen’. Daarom zijn we hier om dit onder ogen te zien en mag dit er zijn.De cursus spreekt ons zelf aan op onze hoogmoed om ‘zo schoon te willen zijn’. “Kom er niet in arrogantie naartoe, ervan uitgaande dat jij perse de staat moet bereiken die zijn komst met zich meebrengt”(ECIWT.IV.2.7.).
En vervolgens; “Doe ter voorbereiding op het heilig ogenblik geen poging jezelf heilig te maken om klaar te zijn om het te ontvangen. Dan verwar je slechts jouw rol met die van God” (ECIW.T. IV.5.4.)
Wat een opluchting eigenlijk, ik hoef niets meer te doen dan ontvankelijk te zijn, open te staan voor de stille stem van de Heilig Geest, Die mij zal zeggen wat ik te doen heb..
Er wordt geen offer van je gevraagd
De grote moeite die het ego heeft om tot deze innerlijke houding te komen, is dat het denkt dat het heel iets essentieels moet opgeven. Hij denkt dat er een offer van hem wordt gevraagd. Dit is uitsluitend het gevolg van het feit dat het zich identificeert met een lichaam en denkt een persoonlijkheid te zijn en zaken nodig denkt te hebben voor zijn overleving. En dat hij deze zaken moet opgeven. Dit is het ‘offer’ wat hij denkt te moeten brengen. Om dit aspect te verhelderen ga ik te rade bij het Handboek voor Leraren waar er een prachtige paragraaf over “Wat zijn de eigenschappenvan Gods leraren” is. (ECIW H.4.)
Hierin wordt uiteengezet wordt wat de basis-eigenschap is waar ons leerproces hier op Aarde op gestoeld is, namelijk het ontwikkelen van Vertrouwen.
In het volgende citaat wordt dit zo mooi vertolkt “De leraren van God hebben vertrouwen in de wereld, omdat ze hebben geleerd dat die niet wordt geregeerd door wetten die de wereld heeft ontworpen. Ze wordt geregeerd door een kracht die in hen maar niet van hen is. Het is deze kracht die alles geborgen houdt. Het is dankzij deze kracht dat de leraren van God een wereld zien die is vergeven”(ECIW.H.I.9.1-7)
Vervolgens gaat deze paragraaf verder met het aanreiken van hoe je deze kwaliteit van vertrouwen in jezelf kan ontwikkelen. In feite wordt daarin geschetst hoe je door een zestal fases heengaat, waarin je leert te onderscheiden wat Nu werkelijk waardevol of waardeloos is. Je gaat in deze ontwikkelingsweg door een schiftingsproces heen om te ont-dekken dat je altijd alles al ‘bezat en bezit’ en dat er niets valt te verwerven.
Uiteindelijk kom je in een laatste fase, ofwel ‘een periode van voltooiing’; “Dit is de fase van werkelijke vrede, want hier wordt de hemelse staat ten volle weerspiegeld. Van hieruit ligt de weg naar de Hemel open en is hij makkelijk begaanbaar. In feite is hij hier. Wie zou ergens ‘heen’ gaan als innerlijke vrede al totaal is. En wie zou willen proberen gemoedsrust te ruilen voor iets wat nog begerens waardiger is ? Wat zou nog begerenswaardiger kunnen zijn dan dit? “(ECIW.H.4.I.8.5-10)
Het verborgen Geschenk
Bovenstaande aanreiking spreekt over een fase van werkelijke vrede en “Wie zou ergens ‘heen’ gaan als innerlijke vrede al totaal is.” Dit is dus het verborgen Geschenk wat al die tijd op ons ligt te wachten om in ontvangst genomen te worden. Het is onze natuurlijke staat, ons erfrecht. Wij zijn dat, Zoon van God. Het is een subtiel gegeven en zo dichtbij, dat we eraan voorbij gaan. Nu ik me ermee verbonden voel, besef ik dat ik daar altijd al was. Het is een herkenning, iets wat altijd al Aanwezig was, waar ik aan voorbijging omdat de ‘buitenwereld’ met zijn verlokkingen en verleidingen en illusies zo aantrekkelijk leek. Uiteindelijk toen ik bereid was en ben om dit alles te vergeven of los te laten ontstaat/ontstond het inzicht dat er Niets begerenswaardiger is dan Dit. Thuisgekomen, terwijl ik altijd al thuis was.