De speciale relatie en de Heilige relatie

Inleiding.

Een van de belangrijkste leermiddelen hier in onze leerweg op Aarde zijn onze relaties.

In zijn algemeenheid denken we dan veelal in eerste instantie aan intieme relaties. Echter vanuit de Cursus gezien ben je met alles in relatie, ofwel in verbinding en gaat het om het doorzien van je oordelen over wat jij in je verbindingen ziet als wat jou ‘goed’ uitkomt, dan wel wat jou ‘tegenwerkt.’

Vanuit de persoonlijkheid gezien, zien we de wereld buiten ons als een plaats waar jouw ego-belangen al of niet gediend worden. Onze ego-persoonlijkheid is erop gericht om zijn ego-wereld zo in te richten dat hij zich veilig voelt en hij zich verzekerd weet van zaken en personen om zich heen die zijn behoeftes aan liefde en aandacht zo optimaal mogelijk weet te vervullen. Daardoor is hij constant op z’n hoede en raakt in paniek of woede als hij ziet dat deze ‘basisvoorwaarden’ voor zijn ego-bestaan in gevaar komen.

Hieronder wil ik gaan beschrijven hoe we vanuit ons ego-bestaan speciale relaties aangaan vanuit een belangenstrategie en hoe deze omgevormd kunnen worden tot een Heilige Relatie, waarin je jezelf en de ander als Heel en Liefde ziet.

De fundamentele vergissing en de kenmerken van de speciale relatie.

Het ontstaan van onze zoektocht naar personen en omstandigheden om zo optimaal mogelijk ‘veilig’ te zijn en jezelf verzekerd te weten van jouw behoeftes aan ‘ liefde’, komt voort uit een oude overtuiging die zegt dat je een afgescheiden persoonlijkheid bent, die los staat van andere persoonlijkheden, die ieder op zich in een eigen territorium verblijven van een lichaam. Deze persoonlijkheden voelen zich niet verbonden, maar identificeren zich met hun zogenaamde ‘privégedachtes’ en de daaraan verbonden emoties, die voortkomen uit oude overtuigingen die allen een centraal kenmerk hebben, namelijk angst en schuld en deze verhullen zich in allerlei complexe problemen die we in de wereld om ons heen zien.

Afscheiding als enige probleem.

Al onze problemen hebben een gemeenschappelijk kenmerk, namelijk het idee van afgescheiden te zijn van onze Bron, van Liefde te zijn, Zoon van God, louter Geest en totaal verbonden en vrij met alles wat Is. Vanuit onze ego-persoonlijkheid hebben we de illusie dat we om ’liefde’ te verkrijgen we iets moeten doen en dat we erop uit moeten om deze van anderen te verkrijgen.

Als ego-persoonlijkheid ben je er steeds op uit om je te vrijwaren van je gevoelens van angst en schuld en deze projecteren we om deze redenen op de persoonlijkheden om ons heen, die we betichten van het ons onthouden van de liefde waar we menen recht op te hebben.

 

In de Cursus wordt dit als volgt geformuleerd:

“Projectie maakt waarneming. De wereld die jij ziet is wat jij haar gegeven hebt, niets meer. Maar ook als is ze niets meer, ze is ook niets minder. Daarom is ze voor jou belangrijk. Ze getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand. Zoals een mens denkt, zo neemt hij waar.“ en voorts zegt de cursus “Probeer dan ook niet de wereld te veranderen, maar kies ervoor je denken over de wereld te veranderen. Waarneming is een gevolg, geen oorzaak.”  (ECIW T. 21.1.-8)

Zo, dat zijn pittige uitspraken van de Cursus en geeft precies weer wat wij als ego-persoonlijkheid doen, onszelf vrijwaren van een gevoel van schuld en dit projecteren op de wereld en we ontkennen vervolgens dat wij dit zelf hebben gecreëerd door de projectie te ontkennen en deze op de ander te laden en daarin de ander te kunnen beschuldigen.

We zien uitsluitend het verleden.

Dit mechanisme van het projecteren van onze angst en gevoelens van schuld komt voort uit een geloof in afscheiding en dit hebben we hier opnieuw mee naar toe genomen in deze Aardse reis, om onszelf daarvan te verlossen.

De geboorte hier op Aarde is een vervolg en we zijn in omstandigheden en bij ouders geboren die een optimale conditie vormen voor het het vormen van een ego-persoonlijkheid die gelooft in een tekort en mechanismes van angst en schuld bij zich draagt en vergeten wie hij in wezen is

Vanuit dit verleden gaat de geconditioneerde ego-persoonlijkheid een overlevingsstrategie ontwikkelen om alsnog de ‘liefde’ te verkrijgen die we denken ontbeert te hebben in onze relaties met onze ouders. Het is deze kind-pijn van tekort, die we steeds opnieuw naar buiten toe projecteren en waarin we onze medebroeders, onze naasten, ( partners, kinderen, collega’s, vrienden, buren, de wereld) beschuldigen het ons niet te (willen) geven.

En in deze zoektocht ontmoeten we precies diegene die past binnen deze strategie, namelijk iemand die past binnen onze projectie en precies terug spiegelt wat we naar hem uitzenden, zodat we kunnen volhouden dat hij/ zij schuldig is aan ons lijden.

De cursus reikt daarover het volgende aan “ Want een onheilige relatie is gebaseerd op verschillen, waarbij ieder denkt dat de ander heeft wat hij zelf ontbeert. Ze komen samen om zichzelf compleet te maken en de ander te beroven. Ze blijven totdat ze menen dat er niets meer te stelen valt, en gaan dan verder. En zo dwalen ze rond door een wereld van vreemden die van hen verschillen, en leven met hun lichamen mischien onder een gemeenschappelijk dak, dat geen van beiden beschutting biedt; in dezelfde ruimte en toch in een wereld apart.”

Het lichaam in plaats van een relatie.

Wat we zoeken vanuit onze ego-persoonlijkheid in de ander is niet de relatie, maar het lichaam als middel om je daarmee te verenigen, om je gevoel van afscheiding en eenzaamheid op te heffen. Een Cursus in Wonderen zegt het volgende daarover; “Niets kan beter het contrast laten zien dan de ervaring van zowel een heilige als een onheilige relatie. De eerste is op liefde gebaseerd, waarop ze sereen en ongestoord rust. Het lichaam maakt er geen inbreuk op. Elke relatie waarin het lichaam doordringt is niet op liefde gebaseerd, maar op verafgoding. Liefde wenst gekend, volledig begrepen en gedeeld te worden” (cursivering door FK) (ECIW T.20.VI.2.).

In ons zoeken naar ‘liefde’ en dat te zien in een lichaam, dan wel de persoonlijkheid, is een vergeefse tocht en we zijn daar betrekkelijk hardleers in, we houden deze wereld vast vanuit een angst niets meer over te houden.

De cursus zegt hier het volgende over: “En dus houden ze de wereld die ze hebben leren ‘zien’ in hun verbeelding vast, in hun overtuiging dat hun keuze is, dit of niets. Ze haten de wereld die ze door pijn hebben leren kennen. En alles wat ze menen dat zich daarin bevindt, dient om hen eraan te herinneren dat ze incompleet zijn en bitterlijk misdeeld. En aldus bakenen zij hun leven en hun leefruimte af, en passen zich eraan aan zoals ze menen te moeten doen, bang om het weinige dat ze hebben te verliezen”. Vervolgens gaat de cursus verder met:

“En zo is het ook met allen die het lichaam zien als alles wat ze hebben en alles wat hun broeders hebben. Ze proberen elkaar te bereiken en falen daarin, en falen telkens weer. En ze passen zich aan de eenzaamheid aan, in de overtuiging dat het lichaam behouden betekent het weinige redden dat ze hebben.“ (ECIW T.21.I.4.7-9 en 5.1-4).

Is dit niet een herkenbaar beeld wat de cursus hier schetst. Vanuit een angst om niets meer over te houden, klampen we ons vast aan een onwerkelijk wereld die gebouwd is op lichamen en ego-persoonlijkheden, die vanuit aanval en angst en manipulatie van schuld met elkaar omgaan en dit als ‘liefde’ zien, bij gebrek aan beter.

Dit is wat we in onze speciale relatie doen en waarvan de cursus zegt, dat we feitelijk met elkaar omgaan vanuit haat en woede, die we steeds weer afschermen door middel van een dun laagje van ‘vriendelijkheid’ dat zo weer kan omslaan in woede.

Herhaling tot herkenning en erkenning en verlossing/ vergeving.

Dit mechanisme herhalen we eindeloos totdat we bereid zijn te luisteren naar onze Innerlijke Stem, de Heilige Geest in ons. En dan wordt er aan ons een geheel andere visie aangereikt, namelijk geen verhaal over zonde, schuld en boete, maar een visie over vergeving.

Daarin is het van belang te gaan erkennen dat we niet het slachtoffer zijn van de wereld en de zaken ons niet overkomen, maar dat wij zelf de wereld maken zoals wij willen dat die eruit ziet.

In de cursus in de paragraaf over “De verantwoordelijkheid voor het zien “(ECIW.T.21.II) wordt het volgende aangegeven om heel dit mechanisme van herhaling van pijn te transformeren. Hierin wordt gezegd dat jij zelf verantwoordelijk bent voor wat er in je leven gebeurt en wat jij ziet. In een soort statement word je opgeroepen om je verantwoordelijkheid voor je keuzes te nemen en vast te stellen dat je dit zelf moet doen. Het vraagt van jou ”dezelfde geringe bereidwilligheid die je nodig hebt om heel je relatie tot vreugde te laten transformeren, de luttele gave die je aan de Heilige Geest schenkt in ruil waarvoor hij jou alles geeft. Het uiterst weinige waarop de verlossing berust, de minieme verandering van denken waardoor de kruisiging in opstanding verkeert” (ECIW.T.21.II.1.2).

“Dit is het enige wat je hoeft te doen opdat visie, geluk, bevrijding van pijn en de volledige vrijwaring van zonde jou allemaal geschonken wordt. Zeg alleen het volgende, maar méén het zonder enig voorbehoud, want hierin schuilt de macht van de verlossing:

                       Ik ben verantwoordelijk voor wat ik zie.

                       Ik kies de gevoelens die ik ervaar, en beslis welk doel ik bereiken wil.

                       En ik vraag om alles wat mij lijkt te overkomen,

                       en ontvang zoals ik heb gevraagd.”(ECIW.T.21.2.2

De cursus gaat daarin verder en stelt vast dat we niet langer hulpeloos zijn ten aanzien van wat jou wordt aangedaan. Het gaat erom dat we gaan zien dat we onszelf hebben vergist en “al de gevolgen van je vergissingen zullen verdwijnen”(ECIW.T. 21.II. 2.). De cursus is daar heel uitgesproken over in het volgende citaat

“Het is onbestaanbaar dat de Zoon van God louter gedreven wordt door voorvallen buiten hemzelf. Het is onbestaanbaar dat de gebeurtenissen die hem overkomen niet zijn keuze waren. Zijn beslissingsmacht is de bepalende factor voor iedere situatie waarin hij zich bij toeval of willekeur lijkt te bevinden. Toeval noch willekeur is mogelijk in het universum zoals God dat geschapen heeft en waarbuiten niets is. Lijd en je hebt beslist dat zonde (afscheiding FK) jouw doel was. Wees gelukkig, en je hebt de beslissingsmacht aan Hem gegeven die namens God voor jou beslissen moet. Dit is de luttele gave die jij de Heilige Geest schenkt, en zelfs die geeft Hij jou om aan jezelf te geven. Want door deze gave wordt jou de macht gegeven je verlosser te bevrijden, opdat hij jou verlossing schenken mag.“ (ECIW. T. II. 31-8)

De Heilige Relatie.

De laatste zin in bovenstaand citaat reikt precies de essentie aan waar het over gaat om tot een Heilige relatie te geraken en dat is, in te zien dat jij als persoonlijkheid niet in staat bent om te zien wat jouw hoogste belang is en dat je deze beslissingsmacht over moet geven aan de Heilige Geest( je innerlijke Leiding) en aan Hem moet vragen van wat je moet doen en wat je moet zeggen en tegen wie en wat de diepere betekenis is van hetgeen er in jouw leven plaatsvindt. Dit kun jij niet zelf bepalen, al denk je van wel. Denkend en levend vanuit de ego-persoonlijkheid zijn we erop uit om onszelf ‘gelukkig’ te maken door dat van een ander te willen verkrijgen, dat deze onze ‘verlosser’ moet zijn en in de praktijk blijkt dat niet te werken. Dit geeft een leven van pijn, klachten en schuld.

Steeds weer komt het op hetzelfde neer, we zijn vergeten wie we zijn en wie onze naaste is en zijn verdwaald in een droom dat ons een leven laat zien van ellende en ongelukkig zijn.

Waarin we onze broeder aanklagen dat hij dit ons aandoet en ons niet redt uit deze ‘ellende’.  We zien niet dat we al Geluk, Vrede en Liefde Zijn en onze broeders eveneens.

“Laat wonderen alle grieven vervangen” ( ECIW.W.78.)

Een klacht over onze naaste weerhoudt ons ervan te zien wie we in werkelijkheid zijn. Door de klacht vereng je je wereld tot iets kleins en ga je in de afscheiding. De ander belemmert jou zogenaamd om gelukkig te zijn. Echter op dat moment ben je vergeten Wie je in wezen bent en welke rol die ander feitelijk in jouw leven speelt, namelijk diegene die op jouw pad is gekomen om je te verlossen.

De omkering vindt plaats als je in hem je verlosser wilt zien “stralend in het licht van de ware vergeving die ons geschonken is. We vragen Hem in de Heilige Naam van God en van Zijn Zoon, even heilig als Hijzelf   Laat me in deze persoon mijn verlosser zien, die U als diegene aangewezen hebt aan wie ik vragen zal mij naar het heilig licht te leiden waarin hij staat zodat ik mij aansluiten kan bij hem.”(ECIW.W.78.7.1-2)

Alleen Gods verlossingsplan zal werken (Werkboekles 71)

Onze aardse reis is een leerweg waarin het doel is om onszelf weer te herinneren wie we zijn en onze relaties zijn onze belangrijkste leraren daarin. In het werkboekles 71 wordt aangereikt dat alleen Gods verlossingsplan zal werken. Voor onze ego-persoonlijkheid is dat een wat moeilijk te verteren idee, wij hebben zelf allerlei ‘plannen’ voor onze ‘verlossing’ en huren daarvoor allerlei personen voor in die ons van onze pijn moeten  ‘verlossen’.

De echte verlossing vindt echter plaats als we bereid zijn in de ander te zien, dat hij diegene is die ons bewust maakt van een oude pijn in onszelf die geraakt wordt door de ander. Daarvoor is hij op ons pad gekomen om je te laten zien dat je nog een  oude pijn bij je hebt van bijvoorbeeld niet gezien te worden, of geen erkenning te krijgen, of je gevoelens van minderwaardigheid.

Wat hier feitelijk wordt aangegeven is dat we in de relaties die we tegenkomen in ons leven, steeds diegene tegenkomen die onze verlossers zijn. We zijn hier in een leerweg met elkaar verbonden en daarin speelt Gods Verlossingsplan een cruciale rol. Je komt precies die personen tegen die je nodig hebt voor jouw verlossingsplan.

In het Handboek van Leraren staat daarover het volgende:

“Elke onderwijs-leerssituatie brengt in het begin een verschillende relatie met zich mee, hoewel het uiteindelijke doel steeds hetzelfde is: van de relatie een heilige relatie te maken waarin beiden de Zoon van God als zondeloos kunnen zien. Er is niemand van wie een leraar van God niet kan leren, dus is er niemand die hij niet kan onderwijzen. Echter vanuit praktisch oogpunt kan hij niet iedereen ontmoeten, noch kan iedereen hem vinden. Voor iedere leraar van God (en dat zijn we allemaal FK) omvat het plan daarom de noodzaak dat heel specifieke contacten worden gelegd. Verlossing kent geen toeval. Zij die elkaar moeten ontmoeten zullen elkaar ontmoeten, omdat ze tezamen de mogelijkheid tot een heilige relatie hebben. Ze zijn klaar voor elkaar. “(ECIW. H.3.2-8)

Vanuit bovenstaand citaat wordt prachtig aangereikt dat heel ons aards bestaan een Plan behelst, waarin we die personen zullen ontmoeten die ons behulpzaam zullen zijn en wij hen, om elkaar te verlossen om zo tot een mogelijkheid te geraken van een Heilige Relatie.

En de verlossing bestaat eruit dat je elkaar als Zoon van God en daarmede als zondeloos leert zien  Zondeloos is dat je de ander als onschuldig ziet, je bent vrij van schuld omdat je nooit hebt  ‘gezondigd’, ofwel je bent nooit afgescheiden geweest van God, je kan wel je vergissen en daarvoor heb je de Hulp van de Heilige Geest nodig om tot vergeving te geraken. Op dat  moment is de Heilige Relatie weer her-innert, namelijk je relatie en eeuwige verbondenheid met God. Jij bent altijd vrij en in relatie en in Liefde verbonden en dat geldt voor iedereen.

 

Oefening.

1)      Voor de komende tijd kun je onderzoeken welke rol bepaalde personen in jouw leven   hebben gespeeld en wat ze als verlossers voor jou hebben betekent en jij voor hen.

2) Wellicht is het ook mogelijk om te gaan zien welke personen in welke tijdspanne een   belangrijke rol hebben gespeeld in bepaalde wendingen of crisis in je leven.

3) Wie zijn uit je leven verdwenen, kan het zijn dat hun rol is uitgespeeld of ‘hangt’er nog wat en is het niet goed afgerond

4) Op zich hebben we veelal niet goed helder wat voor rol onze ouders en onze broers/ zuster,  kinderen – dus onze directe naasten, in ons leven spelen en hebben gespeeld.   Het is inspirerend om hun rollen en misschien een familiethema helder te krijgen

5) Met wie heb je de indruk dat deze relatie steeds meer geraakt in een Heilige relatie, ofwel dat je steeds beter die ander als schuldeloos kunt zien.

 

 

 

 

 

 

 

2 gedachten over “De speciale relatie en de Heilige relatie

Laat een antwoord achter aan Ger van der Burg Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *