Wij vergissen ons.
Over het thema vergissingen heb ik diverse malen geschreven en toch kwam het weer langs om daar opnieuw naar te kijken en iets over te willen zeggen.
In de cursus is het begrip vergissing een centraal thema; het reikt ons onze basale vergissing aan dat we denken een lichaam te zijn, onafhankelijk en losstaand als individu hier in de aardse wereld om hier je geluk dan wel de liefde te vinden. Het is als ego-persoonlijkheid niet in te denken dat je je vergist, je bent totaal geïdentificeerd met je lichaam, je denken en je persoonlijkheid. Je staat in de overleef stand en bent steeds gaande om op allerlei manieren gelukkig te worden en als je dat niet bent, kijk je om je heen, om te zien wie of wat ervoor zorgt dat je ‘ongelukkig’ bent.
Over het algemeen is de ego-persoonlijkheid er sterk van overtuigd dat de ander, de wereld, je ouders, je omstandigheden ervoor zorgen of gezorgd hebben dat je niet gelukkig bent. Veelal voel je je het slachtoffer van die omstandigheden en zoek je naar mogelijkheden om ‘verhaal’ te halen, je te beklagen of je ‘sterk’ te maken hieruit te klimmen. Geluk ligt dan grotendeels nog in het verwerven van een goede sociale positie, (veel) geld verdienen en iemand ontmoeten die jou liefde geeft.
Gelukkig worden, wordt buiten ons zelf gezocht en daar moet je zelf voor zorgen is het motto van de ego-persoonlijkheid, daarvoor wordt alles in het werk gesteld om dit te bewerkstelligen en daarin ligt de crux waar het ‘fout’ kan gaan en om dit verder in te kleuren, daar gaat dit artikel over.
De twee werelden.
Vanuit de ego-persoonlijkheid gezien leven we op deze Aarde, in de stoffelijke wereld, waar je wordt geboren, je leefwereld hebt en je moet zorgen dat je gelukkig wordt.
Echter vanuit de cursus gezien bestaan er twee werelden, de ene, dus de stoffelijke wereld waarop we incarneren en onze ervaringen opdoen, dit is in de ogen van de cursus niet de werkelijke of echte wereld, dat is de Geestelijke Wereld.
Vanuit de ego-persoonlijkheid gezien is dat niet te ‘begrijpen’, zijn gehele identiteit is gekoppeld aan zijn stoffelijk omhulsel, zijn lichaam en zijn leefwereld komt voort uit zijn mentale en emotionele overlevingsstrategie. In feite heeft hij (bijna) geen contact met zijn innerlijke wereld, hooguit met wat te ‘fantaseren’ over wat hij zich voorstelt te gaan doen of te gaan verwerven om zich ‘gelukkig’ te maken.
Dit is de droomwereld, een wereld van illusies waarin we ogenschijnlijk verblijven en ons mee identificeren, waarin je je afgescheiden voelt van anderen, van alles eigenlijk en je je afgescheiden voelt van God, voor zover je nog een idee hebt dat God bestaat. Het is de wereld van de stof, van de vorm. De duale wereld van ik en de ander, waarin je hoopt gelukkig te worden of de liefde te verkrijgen van je ‘geliefde’.
De Geestelijke Wereld.
Het is lastig om de Geestelijke Wereld te ‘duiden’, want feitelijk is deze wereld in alles tegengesteld aan wat de aardse wereld inhoudt, het heeft geen vorm, is stil en heeft geen enkele ‘behoefte’ om zichzelf te ‘bewijzen’, want het IS louter. Het is louter Bewust-Zijn, een oneindige Ruimte, een Leegte, van geen begin, geen eind en het ‘doordrenkt’ alles wat is, alles komt eruit voort en het is nooit geboren en ‘gaat nooit dood’, is eeuwig. Het is De Bron van alles, is God, is Liefde
Het zijn louter woorden die ik hier opschrijf om een beeld te schetsen van wat de Geestelijke Wereld inhoudt, doch om toch een duiding aan te reiken, verlaat ik me op hetgeen de cursus in de Inleiding aanreikt ;
“de cursus beoogt niet de betekenis van liefde te onderwijzen, want dat gaat wat onderwezen kan worden te boven. Hij beoogt echter wel de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde, die jouw natuurlijk erfgoed is. Het tegendeel van liefde is angst, maar wat alomvattend is kent geen tegendeel”
Deze cursus kan daarom heel eenvoudig aldus worden samengevat:
Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de vrede van God” (Eciw.I.1.2.).
De afscheiding heeft nooit plaatsgevonden.
Steeds weer ‘hamert’ de cursus erop, je zou kunnen zeggen, het is de wezenlijke essentie en intentie van de cursus om ons eraan te herinneren dat we nooit afgescheiden zijn van onze Bron, van Liefde. Om het sterker te zeggen we zijn Liefde, we zijn nooit geboren en zijn eeuwige Lichtwezens van Liefde. We gaan nooit dood.
We zijn niet het lichaam, niet de ego-persoonlijkheid waarmede je in deze incarnatie verbonden bent, je hebt vanuit je Ziel een intentie meegenomen om tijdelijk een ervaringsweg hier op Aarde te willen volbrengen om oude, nog niet doorziene oordelen en vergissingen uit vorige levens, te gaan doorzien, ofwel te gaan vergeven.
Je lichaam is daarin een leer- en communicatiemiddel om deze leerweg ‘te doen’ en doormiddel van een uitgezet leerplan al je ervaringen en oordelen en zelf-veroordelingen te gaan doorzien en te vergeven. Er is geen toeval, alles wat je op je levenspad tegenkomt dient jou om tot dit Inzicht te geraken, en om dit pad optimaal te lopen, ‘vergeet’ je tijdelijk dat je een Goddelijk Wezen bent.
En naarmate je deze weg gaat, met al zijn ‘gedoe’ en foutieve interpretaties van wat je tegenkomt, wordt de aandrang groter om tot bewustwording te geraken. Dit gaat gepaard met mentale en fysieke crises, steeds staan we voor de keuze om te gaan luisteren naar onze innerlijke Stem, of ons slachtoffer te blijven voelen van het ons ‘aangedane leed’. We zijn wel ‘vergeten’ wie we in werkelijkheid zijn, maar we blijven altijd vergezeld van onze Ware Zelf, ofwel de Heilige Geest.
We gaan via ‘de omweg van de angst’ die als een soort hartenklop ons vergezeld om door middel van pijn ons wakker te maken om ons weer te verbinden met onze innerlijke Bron.
De vergissingen die we begaan, zijn in wezen steppingstones, die ons via de ‘pijn’ die dit met zich meebrengt, ons wakker willen maken om ‘anders’ in het leven te gaan staan, niet meer op de buitenwereld gericht, maar bereid te zijn om te gaan luisteren naar onze innerlijke Stem.
Er is daarin geen schuld, je doet je hoogste bod en pijn is uitsluitend een signaal om je aan te reiken dat je je hebt vergist en vormt een oproep om weer contact te maken met je innerlijke Bron, waarin vergeving plaatsvindt. Vanuit het Inzicht dat het niet heeft plaatsgevonden, want dat wat je Bent is nooit afgescheiden van zijn Bron, in Liefde en Vrijheid en Vrede. Aldus is het centrale motto;
“Ik ben niet het lichaam, ik ben vrij, want ik blijft wat ik ben, zo schiep God mij” (Eciw. W.201)