Het lichaam heeft geen betekenis.
Het is niet te bedenken dat je je lichaam niet betekenisvol vindt, zolang je jezelf nog identificeert met het lichaam, zeg je, dat ben ik. Niet voor te stellen, dat je dat niet bent en daar gaat het ook om. We leven als het ware in twee werelden, de aardse wereld en de geestelijke wereld. In feite zegt de cursus dat de werkelijke wereld de Geestelijke Wereld is. En vanuit het ego denken is het andersom, dan is de aardse wereld het belangrijkste en de geestelijke wereld, wordt beleefd vanuit het hoofd, vanuit het denken en gezien, als ‘hierboven’ en ’ver weg’ , en daar ga ‘ooit weer naar terug’ als je een religieuze achtergrond hebt.
In deze tekst wil ik de functie van het lichaam en het aards bestaan daarin verder toelichten.
Het lichaam wordt gemaakt.
In de cursus wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘maken en scheppen’. En dan wordt over het lichaam gezegd dat het lichaam wordt gemaakt. Het verschil daar tussen is heel wezenlijk, scheppen heeft eeuwigheidswaarde en is de uitbreiding van de Liefde, je zou kunnen zeggen is Liefde. Het lichaam heeft een tijdelijke functie en is stoffelijk en heeft in essentie geen betekenis. Het is echter wel heel wezenlijk van betekenis voor het leerplan waarvoor je hier geboren bent. Het heeft als zodanig een leer- en communicatie functie, maar doet en kent vanuit zichzelf niets. Zij wordt geleid vanuit de Geest.
Feitelijk is alles wat uit de Aarde voortkomt, tijdelijk en de Aarde fungeert daarin als verblijfplaats om te leren wat onvoorwaardelijke Liefde is. En alles wat zich op de Aarde bevindt , al de miljarden mensen, de natuur, echt alles, staat in dienst van dit leerplan. Echter in de Werkelijkheid heeft het geen betekenis. Zo is het met alle manifestaties op Aarde, ze hebben een tijdelijke functie, ze worden geboren, of ontstaan, vervullen hun functie, komen tot bloei en vergaan weer.
Met geen betekenis, wordt niet bedoeld, dat je niet met ontzag en bewondering kan ‘kijken’ naar de grootsheid val alles wat ons omringd, de natuur, al de wezens die daarin en daaruit voortkomen en dat dit zo prachtig in een soort samenhang met elkaar verbonden is en zijn en afhankelijk zijn van elkaar.
De dualiteit als leerproces.
Zoals hierboven gesteld worden we geboren op Aarde vanuit een ziele plan om bepaalde (zelf) veroordelingen en vergissingen uit vorige levens opnieuw onder ogen te zien en ze te (leren) vergeven.
De paradox waar we ons in bevinden is dat we, zolang we in de aardse sfeer verblijven, we enerzijds zoeken naar Liefde ‘buiten ons’ en tegelijkertijd zijn we Liefde, maar dat bevindt zich op een ander ‘niveau’. We gaan door ‘de omweg van de angst’ om weer ogenschijnlijk terug te keren naar Liefde, terwijl we het niet verlaten hebben.
Alles wat we zien met de ogen van het lichaam, heeft geen betekenis, echter zolang we geïdentificeerd zijn met de ego persoonlijkheid, geven we aan alles betekenis. De wereld van de dualiteit, het woord zegt het al, is een wereld van tegenstellingen. Goed en kwaad, wit en zwart, lelijk en mooi, slachtoffer en dader, en als ogenschijnlijke tegenstelling is er liefde en angst.
Aangezien liefde alles is, wat er is, hebben we een tegenstelling nodig om te kunnen ‘leren’ wat Liefde is. Ik zet ‘leren’ tussen aanhalingstekens, omdat het feitelijk geen kwestie is van ‘leren’ , in de gebruikelijke zin van het woord, behalve dan in die zin, dat het een ‘leerproces’ is van het ‘ontdoen’ van wat Liefde niet is, om te ‘ontdekken’ wat Liefde is. Want Liefde is nooit weggeweest, dit is Gods onmogelijk. Ik zou het ook een zoektocht kunnen noemen, waarin we Liefde weer ‘terugvinden’ door alle ‘betekenissen’ die in feite oordelen zijn, te ‘ontdoen’ van de waarde die we eraan toekennen. Vanuit Liefde gezien heeft de wereld geen betekenis, ofwel geen waarde, echter het is essentieel voor het leerproces in de terugkeer naar de Liefde.
Het heeft niet plaatsgevonden.
In dit leerproces speelt vergeving een essentiële rol, zij laat ons zien “dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden”(Eciw.W.II.1). Dit inzicht kan je niet verkrijgen zolang je nog (sterk) verbonden bent met het egodenken. Daarvoor heb je de hulp nodig van de Heilige Geest in ons, het prachtige wat de Heilige Geest ons laat zien, is dat het al vergeven is, ofwel het heeft niet plaatsgevonden. Want dat wat je in wezen bent en zowel je broeder is, kan niet zondigen, ofwel is en blijft altijd verbonden met Liefde en is Liefde, Zoon van God.
Dit kan je niet ‘vanuit je hoofd’ voelen, maar vanuit je Innerlijk Hart, vanuit de Stilte van je Hart, waarin je ‘weet en beseft’ dat dit Waarheid is. Als ik het vanuit mijn Zelf ‘voel’ dan kan ik er ook geen ‘woorden’ aangeven, het is een Stil Innerlijk Weten. Een Stille Glimlach, Innerlijke Vrede en tegelijkertijd ‘blijft’ er de wereld, die z’n eigen weg gaat en waar je in betrokkenheid mee verbonden bent. Thuisgekomen vanuit een wereld van onrust en haat, naar een wereld van Stilte en Vrede.