Schuld en schuldeloos.
In feite is schuld de basis-emotie in onze menselijke samenleving. Het hangt als een dikke emotionele wolk om ons heen. Dagelijks worden we er door de media mee overspoeld , en ook in ons ego-denken, ‘voelen’ we dat er van alles mis is en zijn we steeds bezig met wie ons wat heeft aangedaan.
Alles is doordrenkt van schuld, de cursus zegt daarover dat het idee van de afscheiding is ontstaan vanuit schuld. Op de een of andere manier zijn we steeds bezig om ons te willen ontdoen van schuld of te voorkomen dat we schuldig zijn.
In de menselijke wereld is er een geheel stelsel van wetten en regels en een juridisch orgaan opgesteld, dat mensen schuldig kan verklaren of vrijspreken van schuld. Het is zo inherent aan ons menselijk bestaan dat we het moeilijk kunnen bevatten wat vergeving ons voorhoudt, namelijk: “wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden” (Eciw.W.404.1.).
Waar het in essentie over gaat is dat er geen afscheiding heeft plaatsgevonden, we zijn nooit afgescheiden (geweest) van God, ofwel van de Liefde. We identificeren ons met een valse identiteit, een lichaam, c.q. een persoonlijkheid, die te midden leeft met andere persoonlijkheden, die elk geïsoleerd leven vanuit hun eigen emotionele overtuigingen, in een illusoire wereld van dromen.
In dit artikel wil ik gaan aanreiken wat de verborgen leerkwaliteit is van het begrip schuld. In feite brengt schuld je via een omweg thuis bij schuldeloosheid. Ik verwijs hierbij naar hoofdstuk 13 van de cursus “De Schuldeloze Wereld” (Eciw.T.13.)
Verleden en toekomst.
Levend vanuit de persoonlijkheid ben je altijd verbonden met je verleden en de toekomst. In feite kom je op Aarde met een ‘schuld’, je incarneert opnieuw om oude pijn uit vorige levens uit te werken en te vergeven.
Deze oude pijn wordt gereactiveerd in je kindtijd en zorgt ervoor dat je vanuit een zelfveroordeling in het leven (gaat) staan, bijvoorbeeld ‘ik ben niet goed genoeg’ of ‘ik mag er niet zijn’. Deze oude zelfveroordelingen liggen opgeslagen in je geheugen en projecteer je naar de buitenwereld. In feite tracht je vanuit je ego-bestaan, vanuit de ‘buitenwereld’ de liefde terug te winnen, die je denkt verloren te hebben en beschuldig je diegene die volgens jou daarin tekortschiet.
Er is geen toeval, je trekt precies die mensen aan die jouw innerlijke overtuiging raken, eveneens het gezin met de ouders waaruit je geboren bent, speelt precies die rol die nodig is om die oude pijn te reactiveren. Veelal word je geboren in een generatie waarin soortgelijke thema’s al decennia lang spelen vanuit vorige generaties.
In onze christelijke cultuur bidden we tot God dat Hij onze zonden (schuld) vergeeft en biechten we bij een priester die de absolutie geeft als vergeving voor onze zonden.
Eveneens zijn we bereid om vanuit onze menselijke moraal de ander te vergeven, en ‘strijken we over ons hart’ om de ander te ‘vergeven’ vanuit ‘goedgezindheid’.
Op dit niveau levend heeft de ander wel degelijk iets gedaan en kunnen we niet ‘zien’ dat het niet heeft plaatsgevonden. Zo is het ook met onze eigen schuld, wat jij de ander ogenschijnlijk hebt aangedaan, kan dit een smartelijke proces van schuldgevoelens geven.
Dit proces speelt zich vooral af in (langdurige) partnerrelaties, maar ook in ouder- kind relaties, waarin oude pijn van schuldgevoelens, of het gevoel van tekort gedaan te zijn in je jeugd je parten kunnen spelen.
De angst voor de verlossing. (Eciw.T.13.III).
Het is een bizar idee dat we bang zijn om verlost te worden en toch is dat precies wat we vanuit het ego doen, we zijn bang voor God, voor de Liefde, omdat overgave aan Hem, je zogenaamde identiteit bedreigt. Je denkt niets meer te zijn in de Tegenwoordigheid van God en het tegenstelde is waar. Dat wat jij in Wezen bent is totaal verbonden met alles in Liefde en het heft je geïsoleerd zijn op.
Het opgeven van dit geloof vraagt van ons een bereidheid om naar onze Innerlijke Stem, de Heilige Geest, te willen luisteren, die reikt ons aan dat het louter illusies zijn en die nooit werkelijk zijn (geweest) en dat je jouw oude pijn buiten jezelf hebt geprojecteerd. We hebben onszelf vergist en zijn vergeten wie we in Werkelijkheid zijn.
Jezus vergelijkt in de cursus het thema schuld met de metafoor van de kruisiging, waarin onschuld als een godslastering werd gezien en de onschuldige moet worden gekruisigd. Dit is wat we met onszelf en met anderen doen, als we vanuit schuld naar onszelf of anderen kijken, dan kruisig je jezelf en anderen. “Voor het ego is het ego God, en moet schuldeloosheid geïnterpreteerd worden als de ultieme schuld die moord rechtvaardigt” (CIW.T.13.II.6.3).
Bevrijding van schuld. (Eciw.T13.X.)
Het enige wat er van je gevraagd wordt is om je naar binnen te richten, te gaan luisteren naar je Innerlijke Stem, waar het Licht zich bevindt en de vrede altijd Is. Het vraagt om bereid te zijn vergeving toe te laten.
In dit licht fungeert de ander als spiegel waarin je kunt zien dat waarvan je de ander beschuldigt, gereflecteerd wordt in je eigen gedachten en emoties. Uiteindelijk val je jezelf aan. Vanuit dat licht bezien is de ander je verlosser geworden, in plaats van een dader. Je hebt je vergist en je was en bent altijd vrij. Waar het om gaat is om genezing toe te passen, om de oude kindpijn te helen en te zien dat jij, zowel als de ander elkaar niet in Waarheid hebben gezien in ons heel en compleet zijn.
Deze aardse tijd is bedoelt om te helen en het vraagt ook om met compassie en liefde naar jezelf en de ander te kijken in dit vergevings- en verteringsproces. Soms lijkt het klaar en dan vraagt het toch weer om nog dieper doorvoeld en geaccepteerd te worden. Gun jezelf deze tijd en dat je deze leerweg gaat, we zijn hier naartoe gekomen om deze oude pijn te (leren) vergeven en te gaan zien dat je je vergist hebt, daar is deze aardse tijd en ervaringsweg voor bedoeld.
Liefde is Altijd, maar het menselijk proces heeft zo ‘zijn’ tijd nodig. Je mag jezelf dit geven en gaan zien dat je je hoogste bod hebt gedaan, je wist toentertijd niet beter en dat ziet er soms niet fraai uit. We gaan deze weg met elkaar in een oefening op weg naar onvoorwaardelijke Liefde.
Mooi is wat de cursus hierin als een inspiratie aanreikt: “Als schuld werkelijk is, zou de Verzoening er niet zijn. De bedoeling van de Verzoening is illusies te verdrijven, niet eerst ze bevestigen dat ze werkelijk zijn om ze daarna te vergeven” (Eciw.T.X.6.5-6) (arcering FK.).
Het eeuwige Nu.
In de Werkelijkheid leven we altijd in het eeuwige Nu, in het Heilig Ogenblik, verbonden in een Heilige Relatie. Als je vanuit schuld leeft, leef je vanuit een onjuiste gerichtheid van denken vanuit het verleden en projecteer je dit naar een imaginaire toekomst. Het gaat er niet om het Nu, te willen bereiken, want daar ben je altijd, echter het gaat erom, de vergevings-les toe te passen door contact te maken met de gevoelens van pijn en schuld en daar met compassie naar te ‘kijken’ vanuit je innerlijke ogen van Liefde en over te geven aan de Heilige Geest in ons. Vandaaruit vindt vergeving plaats en onthult zich hierin het tijdloze .
Dan ‘voel’ je van ‘binnenuit’ in de verbinding met de Oneindige Stilte en innerlijke Vrede, dat de afscheiding nooit heeft plaatsgevonden, dit is wat vergeving ons wil laten zien en bedoeld wordt met, het heeft niet plaatsgevonden, omdat dat wat jij in de Werkelijkheid bent, altijd verbonden is en blijft in Liefde met God. Je bent en was altijd Schuldeloos. De hierna volgende werkboekles vat dit kernachtig samen ;
“Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.
Want ik blijf wat ik ben,
zo schiep God mij” (Eciw.W.220.) .